Coole zeemeerminnen

Foto: Grand Foulard

De Zwammadammen arriveren in warme ijsbeerpakken, maar die gaan al rap uit. Gehuld in badpak en muts (het hoofd moet warm blijven), stappen ze vastberaden de zee in. De watertemperatuur voor vandaag: 6 graden. Maar de ijzige oostenwind maakt het gevoelsmatig nog veel kouder. Toch bespeur ik geen enkele aarzeling, geen moment om even te wennen. Gelijk, bam! En niet even erin en eruit, maar zo lang dat ik, in mijn drielagenkleding, sta te vernikkelen op het strand.

Foto: Grand Foulard

Ik vind ze geweldig. Minstens een keer per week, weer of geen weer, trotseren ze de elementen. Soms met z’n vijven, soms met z’n zessen, vandaag maar met z’n tweeën (plus een bevriende zwamfanaat), want ook Zwammadammen zijn – ondanks hun wekelijkse immuniteitsboost – niet ongevoelig voor virussen.

Ze zijn ermee begonnen in de coronatijd. De zwembaden waren dicht, de behoefte aan een lichamelijke en vooral geestelijke uitlaatklep was groot. Het werd zwammen in de zee. Nee, er wordt niet gezwommen, want dat is in België bij wet verboden en kan je een fikse boete opleveren. Zwammen dus, want dat mag wel. Als je durft.

Aan zee

Foto: Grand Foulard

Wat is dat toch, met de zee… Of ligt het aan de zon, het zand, de wind? Waarschijnlijk aan alles samen, wat we voor het gemak ‘een dagje aan het strand noemen’.

Aan zee doen volwassen mensen gekke dingen. Ze worden weer kind. Ze spelen met zand, ze spelen met water. Ze staan als meeuwen met hun armen gespreid tegen de gierende wind. Ze scheuren op skelters over de Zeedijk. Ze eten ijs en wafels. Ze gaan tegen een talud liggen om te genieten van de vroege voorjaarszon terwijl bulldozers een eindje verderop het strand ophogen.

Aan zee vergeten we wat we zijn, wie we denken te zijn. Aan zee worden we weer even onszelf.

Vuile handen

Foto: Grand Foulard

Langs de Nieuwe Gaanderijen hangen foto’s op groot formaat van de zee: ‘Onze kust in evolutie.’ Als je ernaar kijkt, sta je met je rug naar de echte zee. Dat voelt oneerbiedig en is – als je de foto’s mag geloven – niet zonder risico: in het verleden werd de kust veelvuldig hevig geteisterd door die nu zo kalme zee.

Op een van de laatste foto’s is – ook nogal oneerbiedig – een flyer geplakt. Reclame voor het FFO, het filmfestival Oostende. Althans, dat lijkt zo, vanwege een banner in de huisstijl van het festival. In werkelijkheid vraagt de flyer aandacht voor de documentaire Blanke Koning, Rood Rubber, Zwarte Dood uit 2004 (te zien op YouTube). Daarin wordt het schrikbewind belicht dat koning Leopold II van 1885 tot 1908 in Congo voerde. In die jaren was Congo nog geen Belgische kolonie, maar Leopolds privébezit. Hij liet er rubber produceren onder mensonterende omstandigheden. Veelvuldig werden handen afgehakt en mensen vermoord om de bevolking onder de duim te houden.

Foto: Grand Foulard

Een twintigtal meter verderop staat het imposante beeld van koning Leopold II te paard, geflankeerd door twee beeldengroepen. Rechts brengt de Oostendse vissersbevolking hulde, links tonen Congolezen hun dankbaarheid voor de bevrijding van de Arabische slavernij.

In 2004 hakte de actiegroep De Stoeten Ostendenoare een hand van een van de Congolezen af. Pas als het koningshuis zijn excuses aanbiedt voor de wandaden in Congo, keert de hand terug, zeggen ze. Tot op heden is dat niet gebeurd. Moet Leopold II dan maar helemaal het veld ruimen? De kans dat dit gebeurt is klein. Het beeld wordt bij Koninklijk Besluit van 22 september 1981 beschermd, en op besluiten komen koningen (en wereldleiders) nu eenmaal niet snel terug.